De Grote Verzoendag

Het 2e najaarsfeest is de grote verzoendag of Jom Kipoer. 

Wat zegt de Schrift hierover vanuit het 1e verbond. En wat zegt de Schrift hierover vanuit het 2e verbond.

Mozes kwam op de 10e Tisjri de berg af, met voor de 2e keer de stenen tafelen. Zijn gezicht glansde/straalde.

De Heere heeft zich verzoend. (Exodus 34:29 “En het gebeurde, toen Mozes van de berg Sinaï afdaalde – de twee tafelen van de getuigenis waren in Mozes’ hand, toen hij van de berg afdaalde – dat Mozes niet wist dat de huid van zijn gezicht glansde, omdat de HEERE met hem gesproken had.”)

De 10e Tisjri is wat later bleek de grote Verzoendag.

Leviticus 23: Wetten voor de verschillende feestdagen.

Bij wet denken wij vaak: het moet!

De Bijbel zegt dat de wet leefregels zijn, een handleiding voor het leven.

In Leviticus 23 staat 5x: De HEERE sprak tot Mozes. God sprak met Mozes van aangezicht tot aangezicht. Zoals wij met elkaar spreken, zo sprak de HEERE met Mozes.

Op de 10e Tisjri moesten de Israëlieten een heilige samenkomst houden. Ze moesten zich verootmoedigen en de HEERE een vuuroffer aanbieden. Niemand mocht enig werk doen, het moest een dag zijn van volledige rust. Als men zich niet verootmoedigde, werd die persoon afgesneden van zijn volksgenoten. En als iemand op die dag toch enig werk verrichtte, dan zou God die persoon uit het midden van zijn volk ombrengen.

Grote Verzoendag is ingesteld na de dood van de twee zonen van Aäron. Zij waren namelijk met vreemd vuur in het Heilige van de tabernakel gegaan. Ze hadden zich niet aan de regelementen gehouden.

Leviticus 10:1 “De zonen van Aäron, Nadab en Abihu, namen beiden hun wierookschaal, deden vuur daarin, legden reukwerk daarop en brachten vreemd vuur voor het aangezicht van de HEERE, wat Hij hun niet geboden had.”

Grote Verzoendag is een dag van heiligheid, van genade. God is zo heilig! Beseffen wij überhaupt wel Wie God is?

We hebben het over de vreze des Heeren. Dit wordt vaak geassocieerd met angst voor God, maar het betekent ontzag en liefde voor de Heere hebben.

Leviticus 16:1-10 Aäron mocht alleen het heiligdom binnengaan met een jonge stier als zondoffer en een ram als brandoffer. Van de gemeenschap van de Israëlieten moest hij twee geitenbokken nemen als zondoffer en één ram als brandoffer. Aäron moest de jonge stier aanbieden als zondoffer dat voor hem bestemd was, en voor zichzelf en zijn gezin verzoening doen.

De Hogepriester moest met het bloed van 1 geitebok (de bok voor de Heere) het heiligdom ingaan. Waarom voor Aäron en zijn gezin een rund en voor het volk “slechts” 1 geitenbok? Dit omdat voor de verzoening voor Aäron en zijn gezin meer bloed moest vloeien, vanwege de belangrijke taak/functie die hij had. Als een leider zondigt, wordt dat zwaarder aangerekend.

Het gaat hierom de schaduw van het grote offer van Jezus.

Huiswerk:

 Komt de ram nog terug in Leviticus 16?

 Hoe vaak is Aäron het Heilige in gegaan, die dag?

 Lezen Hebreeën 8 t/m 10

 Waarom zeiden Jakobus, Kefas en Johannes, toen ze aan Paulus en Bárnabas de rechterhand van gemeenschap hadden gegeven dat zij eerst naar Jeruzalem moesten om een collecte te houden voordat ze op reis gingen naar de heidenen? (Galaten 2:10)

 Exodus 33:7 “En Mozes nam de tent en zette die voor zichzelf buiten het kamp op, een eind van het kamp vandaan; en hij noemde hem de tent van ontmoeting. Zo gebeurde het dat ieder die de HEERE zocht, naar de tent van ontmoeting moest gaan, die zich buiten het kamp bevond.” Gaat het hier over de tabernakel?

Rectificatie t.a.v het schuldoffer. Informatie daarover staat in leviticus 5: 14-26. Ik zei: leviticus 6.